Modules voor maatwerk
Bodemkwaliteit
Wilt u gaan graven? Wij leveren voor het gehele tracé een overzichtskaart met de geldende veiligheidsklassen. Hiervoor gebruiken we alle openbaar beschikbare bodemkwaliteitsgegevens en tienduizenden onderzoeken van Stantec en derden. De gegevens worden geïnterpreteerd tot eenduidige veiligheidsklassen.
U ontvangt de bodemkwaliteitsinformatie in drie fasen:
Fase 1: Zelfstandige beoordeling
Het proces begint met een kaartraadpleging. Uw werkvoorbereider tekent het tracé in op de kaart, waarna automatisch een bondige rapportage wordt geleverd met de conclusie over bodemkwaliteit, een advies over te nemen veiligheidsmaatregelen en Wbb-verplichtingen. De rapportage en conclusie volgen toepasselijke protocollen en wetgeving en vermelden op welke informatie de conclusie en het advies zijn gebaseerd.
Fase 2: Gericht locatieonderzoek
Indien uit de kaartraadpleging niet direct voldoende informatie beschikbaar is voor een eenduidige conclusie, dan is een gericht locatieonderzoek (GLO) nodig. De werkvoorbereider vraagt dit aan met een enkele muisklik. Het GLO kent drie stappen; de quickscan, het archiefonderzoek en veldonderzoek. Vaak volstaat het als een bodemadviseur de achterliggende gegevens van onze kaart bestudeert. Hierdoor bent u in gemiddeld 85% van de locaties binnen vijf dagen klaar. In de overige 15% van de locaties is archiefonderzoek of zelfs fysiek bodemonderzoek noodzakelijk.
Fase 3: Voorbereiding uitvoering
In sommige gevallen zijn aanvullende diensten nodig om de uitvoering vlot en veilig te laten verlopen. Denk hierbij aan het opstellen van een Veiligheids- en Gezondheidsplan, het indienen van een (BUS-) melding of het opstellen van een saneringsplan (en -evaluatie) en het inzetten van veiligheidskundigen.
Waarom boomwortelonderzoek?
Graafwerkzaamheden moeten zodanig worden uitgevoerd dat bomen en beplantingen worden beschermd en de mogelijkheid tot groei niet wordt ontnomen.
Regels zijn onder andere opgenomen in de Telecommunicatiewet en ook bestemmingsplannen kunnen beperkingen bevatten.
Boomwortels
De boomwortelmodule stelt u in staat om in één oogopslag vast te stellen op welke tracédelen bomen een obstakel vormen voor uw werkzaamheden. In een vroeg stadium weet u of u kunt graven, gestuurde boringen moet uitvoeren of beter een alternatief tracé kunt bepalen.
De positie en omvang van de te verwachten boomwortelkluit, zijn gemodelleerd uit de stamdikte en de hoogte en volume van de boomkroon. De berekeningen zijn uitgevoerd op gegevens van luchtfoto’s en satellieten.
We bieden deze module aan in samenwerking met Cobra adviseurs. Deze toont de actuele gegevens van meer dan 100 miljoen bomen.
Ook deze module wordt gefaseerd uitgevoerd.
Fase 1: Snelle scan
Van alle bomen in Nederland, hoger dan 6 meter, is de kroonomvang bekend. En van deze bomen is de kluit gemodelleerd en op kaart gezet. De bomenkaart vergelijkt uw geplande tracé met het gegevensbestand. U ziet direct waar conflicten optreden en waar eventueel een hoger detailniveau nodig is.
Fase 2: Gericht locatieonderzoek
Is er behoefte aan meer detail? Dan verzamelen we met laserscanning nauwkeurige informatie over de bomen langs het geplande tracé. Met een semiautomatisch proces plaatsen wij de stampositie exact op de kaart en bepalen de werkelijke omvang van de kluit.
Treedt er een conflict op met de bomen en is er geen alternatief tracé mogelijk? Dan kunnen wij een tracé-analyse uitvoeren. Hierbij brengen we in beeld waar binnen de kwetsbare zone of zelfs binnen de kluit kan worden graven en welke extra maatregelen hiervoor moeten worden getroffen.
Waarom grondwater?
De onttrekking van grondwater bij bronbemalingen wordt gereguleerd in de Waterwet. Of een watervergunning nodig is voor een bronbemaling is afhankelijk van de omvang en de duur van de bemaling en de locatie.
Grondwaterstand
De grondwaterkaart geeft u antwoord op de vraag of u bij de graafwerkzaamheden rekening moet houden met het grondwater. We hebben gegevens gebruikt van circa 40.000 peilbuizen. Door interpolatie en een aantal bewerkingen hebben we hierdoor voor heel Nederland per locatie de belangrijkste kenmerken bepaald. Zoals een hoge- en gemiddelde grondwaterstand per maand.
De module laat de kenmerken van de grondwaterstand ten opzichte van het maaiveldniveau zien in een raster van 5 bij 5 meter. Hiermee kunt u het risico inschatten dat graafwerkzaamheden onder het grondwaterpeil moeten plaatsvinden en of bemaling nodig is.
Ook deze module wordt gefaseerd uitgevoerd.
Fase 1: Snelle scan
De kaart geeft aan of de grondwaterstand boven de werkputbodem uit kan komen voor de periode waarin de werkzaamheden gepland staan.
Fase 2: Inzicht in vervolgstappen
Moet er een melding gedaan worden? Misschien wel een vergunningsaanvraag? Heeft u een bemalingsadvies nodig? Op deze vragen krijgt u antwoord in fase 2.
Fase 3: Het doen van de melding of vergunningsaanvraag
Op basis van de uitkomst van fase 2 verzamelt Stantec alle relevante gegevens en documenten. Vervolgens maken wij een inschatting van de debieten en het waterbezwaar en geven we een bemalingsadvies en eventueel een risicoanalyse van de bemaling.
Waarom NGE?
Vanuit de Arbowet worden explosieven uit de Tweede Wereldoorlog (ontplofbare oorlogsresten) gedefinieerd als een bijzonder risico. Voorafgaand aan grondroerende werkzaamheden moet onderzoek worden gedaan naar de locatie-specifieke risico’s.
Explosievenopsporing dient uitgevoerd te worden conform het Werkveld Specifieke Certificatie Schema Opsporen Conventionele Explosieven (WSCS OCE).
Ontplofbare Oorlogsresten (OO)
De ontplofbare oorlogsresten kaart toont waar de plekken met een verhoogd risico op de aanwezigheid van explosieven uit de Tweede Wereldoorlog. Ook deze module wordt gefaseerd uitgevoerd.
Deze informatie bieden wij aan in samenwerking met T&A Survey.
Fase 1: Zelfstandige beoordeling
De OO-kaart geeft aan voor welke tracédelen indicaties zijn voor de aanwezigheid van explosieven. De kaart is gebaseerd op verscheidene bronnen met gegevens uit de Tweede Wereldoorlog. Deze module houdt ook rekening met contra-indicaties als gevolg van naoorlogse activiteiten, zoals graafbewegingen.
Indien er geen verhoogd risico is vastgesteld, mogen de werkzaamheden zonder verdere beheersmaatregelen worden uitgevoerd terwijl er wel voldaan is aan de eis van een gedegen risico-inventarisatie en -evaluatie volgens de Arbowet.
Fase 2: Gericht locatieonderzoek
Als er een verhoogd risico is vastgesteld, voeren experts van T&A Survey een nadere analyse uit. Aanvullende informatie afkomstig van gemeenten, wordt beoordeeld door een expert. Met luchtfoto’s en kaarten uit verschillende periodes en aanwezige kabels en leidingen, wordt vastgesteld of er sprake is van naoorlogse grondroering. Indien een verhoogd risico resteert adviseren we over de beheersmaatregelen, zoals een opsporingsonderzoek in het veld.
Als opsporingsonderzoek/ veldonderzoek is geadviseerd, wordt met detectie apparatuur de ligplaats van verdachte objecten vastgesteld. Aangetroffen verdachte objecten worden benaderd en geïdentificeerd. Aangetroffen explosieven dragen wij over aan de Explosieven Opruimingsdienst Defensie. In overleg met de u bepalen we of het efficiënter is om het opsporingsonderzoek voor aanvang of tijdens de geplande werkzaamheden uit te voeren.
Waarom Archeologische Waarden?
Het Nederlandse bodemarchief is beschermd in de Erfgoedwet. Hierin is vastgelegd dat archeologisch waardevolle resten in de bodem moeten worden behouden. Archeologisch vooronderzoek kan verplicht zijn alvorens de bodem vanaf een bepaalde diepte (meestal 30 cm) door graafwerkzaamheden verstoord zal worden.
Archeologische waarden
De module archeologische waarden geeft u direct zicht op belemmeringen die archeologisch waardevolle elementen in de ondergrond vormen voor uw project. Ook deze module wordt gefaseerd uitgevoerd.
Deze module bieden wij aan in samenwerking met RAAP, advies- en onderzoeksbureau voor archeologische monumentenzorg en cultuurhistorie.
Fase 1: Zelfstandige beoordeling
De module geeft per tracédeel één van drie mogelijke classificaties aan:
- Het graafgebied is vrijgesteld van de onderzoekplicht en de graafwerkzaamheden mogen zonder verdere voorbereiding starten;
- Uit lokaal beleid volgen concrete regels;
- Er is nadere afstemming met de gemeente nodig, bijvoorbeeld in gebieden met een archeologische dubbelbestemming in het bestemmingsplan.
Fase 2: Gericht locatieonderzoek
Indien het gebied niet is vrijgesteld van de onderzoekplicht vindt bureau-onderzoek plaats. Dit wordt uitgevoerd door experts van RAAP. Hierbij wordt het tracé geprojecteerd op een aantal ruimtelijke gegevensbestanden, zoals het bestand met de archeologische rijksmonumenten, vigerende dubbelbestemmingen en de gemeentelijke archeologische beleidskaart. Hieruit volgen zogenoemde ‘kritieke archeologische zones’, die nader moeten worden onderzocht.
Het bureauonderzoek geeft een ‘selectieadvies’ en onderscheidt kritieke en niet-kritieke zones. Graafwerkzaamheden in deze zones kunnen worden gestart nadat het bevoegd gezag dit heeft bekrachtigd met een ‘selectiebesluit’.
De zones die in het bureauonderzoek als ‘kritiek’ zijn beschouwd worden in het veld onderzocht op aanwijzingen voor een ‘concrete vindplaats’. De begrenzing daarvan bepaalt de kaders van de graafwerkzaamheden.
We're better together
-
We horen graag van u
We denken graag met u mee over oplossingen voor al uw actuele en toekomstige uitdagingen.
-
Bepaal zelf jouw carrière
Word lid van ons internationale team en werk samen met onze gepassioneerde experts aan je eigen ambities, je carrière en de duurzame ontwikkeling van onze gemeenschap en leefomgeving.