Logistieke uitdagingen rond de zero-emissiezone
17 juni 2024
17 juni 2024
De belangrijkste vragen om als gemeente te bepalen hoe je met een zero-emissiezone omgaat binnen of buiten de gemeentegrenzen
In Nederland stellen 29 gemeenten een zogenoemde zero-emissiezone (ZE-zone) in. Dat is een gebied waar geen uitstoot is van schadelijke stoffen door logistiek vervoer, bijvoorbeeld in een binnenstad. Het instellen van de ZE-zones helpt Nederland om een stap te zetten in het reduceren van de CO2-uitstoot. De gemeente creëert hiermee een prettigere leefomgeving voor degenen die in deze gebieden wonen en werken. Maar hoe maak je daarin de juiste keuzes? Daar duiken we samen in.
In de praktijk houdt het instellen van een ZE-zone meestal in dat bestel- en vrachtauto’s al vanaf 1 januari 2025 uitstootvrij moeten zijn als ze deze zone binnen willen rijden. Voor een aantal voertuigcategorieën is er tot 2030 een overgangsregeling, vrijstelling of ontheffing. Een handige tool om te kijken of een voertuig wel of niet voldoet aan de norm voor ZE-zones, is de ZES-check.
Voor de ondernemers die in de ZE-zone opereren, verandert er dus vanaf 1 januari 2025 veel als het gaat om de toelevering van goederen en diensten. Het is voor de verschillende leveranciers alleen mogelijk om de ZE-zone binnen te gaan met voertuigen zonder uitstoot. Daarmee moet dus vooral voor de laatste kilometers – de ‘last mile’ – een goede oplossing worden gevonden. De distributie kan hier bijvoorbeeld gedaan worden door fietskoeriers, al is dat uiteraard niet voor alle producten mogelijk. Een andere oplossing is een gezamenlijke aanpak van de bevoorrading binnen de ZE-zone, maar dat brengt weer andere logistieke uitdagingen met zich mee.
Naast de uitdagingen voor de leveranciers krijgen de gebieden die direct grenzen aan de ZE-zone te maken met een toename van verkeersdruk en parkeerlast. Het kan zijn dat in deze gebieden logistieke stadshubs worden gecreëerd, met de bijbehorende toename van verkeersbewegingen. Maar ook in de omliggende gemeenten zullen de gevolgen van het invoeren van een ZE-zone merkbaar zijn. Verzorgingsgebieden van bedrijven overstijgen immers vaak de gemeentegrenzen. Het instellen van een ZE-zone in een bepaalde gemeente kan dus zeker impact hebben op bedrijven en particulieren buiten deze gemeente.
Het mag duidelijk zijn: de gemeente zal snel in kaart moeten brengen wat de gevolgen zijn van het instellen van een ZE-zone, of dat nu binnen of buiten de gemeentegrenzen is. Om te komen tot een gedegen afweging, zijn een aantal vragen van belang:
Het beantwoorden van deze vragen is de eerste stap in het proces voor de gemeente, om te komen tot een visie op voor logistiek laden die passend is bij het huidige visie en beleid van de gemeente rondom laadinfrastructuur. Dit is waar Stantec ondersteunt. In de visie laten we zien wat de individuele én collectieve laadoplossingen zijn. We nemen hierin mee wat de verwachte elektrificatie zal zijn en wat dit betekent voor de netvraag en de problematiek van netcongestie.
Omdat snelheid van belang is, is het erg belangrijk om het juiste team op zijn plaats te hebben om tot een visie en aanpak te komen voor logistiek laden. Een team dat de aanleg van (gezamenlijke) laadinfrastructuur en de bijbehorende impact op het net begrijpt. Bijvoorbeeld door rekening te houden met de laadbehoeften van elk bedrijf, kun je kijken naar zowel de grote ideeën als op maat gemaakte benaderingen. Het beantwoorden van vragen van verschillende bedrijven en waar mogelijk te steunen in het overgangsproces, en individuele én collectieve oplossingen aandragen, dat is waar het om gaat. Zo begeleiden we samen lokale bedrijven door de energie- en mobiliteitstransitie.